Vreselijk fascinerend

“Ik noem het liever twee klóeke delen”. Ik hoor het docent Walter Haeseryn nog zeggen, spelling, grammatica, d/dtinmiddels alweer een jaar of dertien geleden. Ik zat groen als gras in de collegebanken in Nijmegen. Nederlandse taal en cultuur was het geworden, al had ik daar niet echt een heel vastomlijnd plan mee. Soms vroeg ik me zelfs af wat ik eigenlijk in die collegebanken bij Nederlands deed. Bijvoorbeeld als ik de ANS opengeslagen voor me had liggen. De Algemene Nederlandse Spraakkunst.

Syntaxis

De ANS is een boek, of nou ja, het zijn dus twee boeken. Twee kloeke delen, waarin de volledige grammatica van het Nederlands uit de doeken wordt gedaan. En met volledig, bedoel ik v-o-l-l-e-d-i-g. Het gaat een beetje verder dan onderwerp, lijdend voorwerp en werkwoord. Wat dacht je van de adjectivische constituent? Het ondervindend voorwerp? Het modaliteitsaspect? Vreselijk vond ik het, de colleges syntaxis. En fascinerend. Vreselijk en fascinerend. Misschien vond ik het vreselijk fascinerend.

De kracht van taal

Want hoe gaaf is het dat we met wat gekke tekens op papier zoveel moois kunnen doen. Jij kunt dit lezen, ik kan het opschrijven, jij snapt wat ik bedoel. Of dat hoop ik tenminste 😉 ik hoorde ooit bij BNR Beeldbepalers: ‘taal is een kernwapen, je kunt ongelooflijk veel schade aanrichten met woorden.’ En ondanks dat er vaak genoeg gezegd wordt dat woorden geen pijn doen, weet iedereen natuurlijk best dat de kracht van taal enorm is.

Creatief met taal

Dankzij de ANS ben ik dat veel meer gaan waarderen. Allereerst leerde ik dat een zin pas een zin is als het een onderwerp en een gezegde heeft. Zonder werkwoord geen zin dus. Hé, dat was geen zin! Dat klopt, en toch gebruikte ik hem. Soms gaan leesbaarheid en aantrekkelijkheid namelijk voor regeltjes. Zolang je geen grove fouten maakt, mag je als tekstschrijver best een beetje creatief met taal zijn. Daar moet het medium zich natuurlijk wel voor lenen en de boodschap mag niet verloren gaan.

Foutloos!

Als tekstcorrector is de ANS veel meer dan iets om eens met een glimlach aan terug te denken. De ANS is onmisbaar als ik boekvertalingen corrigeer. Een vertaler is druk met een verhaal van bijvoorbeeld Engels of Duits naar het Nederlands te schrijven. Doel van de vertaler is de boodschap en zoveel mogelijk ‘tone of voice’ en context behouden. Aan mij als corrector vervolgens de taak om te zorgen dat het kunststuk dat de vertaler heeft afgeleverd ook foutloos is.

Hulpmiddelen

Samen met de website van Onze Taal is de ANS dan mijn grote vriend. Het allerbelangrijkste is dat ik geconcentreerd en ongestoord kan werken, maar ik ben geen wandelend woordenboek, ik ken niet alle spellingsregels volledig uit mijn hoofd en ook een tekstcorrector twijfelt soms gewoon of iets erbijhoort, erbij hoort, er bijhoort of er bij hoort.

Leve de e-Ans

Vreselijk irritante kwesties vind ik het soms: wel of geen spatie, wel of geen streepje, wel of geen hoofdletter. Maar ook fascinerend. Vreselijk fascinerend dus. En vreselijk fijn dat er dan zoiets als e-ANS bestaat!

En jij? Heb jij tijdens je werk ook een onmisbaar hulpmiddel?